Richtlijnen voor de voeding van de oudere hond - doen

Geef voeding die genetisch gezien, past bij het lichaam van uw hond. Dit betekent onbewerkte, rauwe voeding. Primitieve voeding. Voeding die niet gekookt is.

Geef verse, groene bladgroente, op de juiste manier klaargemaakt. Naast de rauwe botten met vlees vormen zij de hoofdmoot. U kunt wat eiwitrijk voedsel toevoegen in de vorm van gemalen vlees, eigeel, geraspte kaas - en biergist, kelp en colostrum.

Geef regelmatig kleine beetjes orgaanvlees: lever, nieren, hersenen en hart - maximaal 10-15 procent van de totale voeding.

Laat uw oudere hond af en toe vasten. Een of twee dagen - elke twee weken of zo.

Houd het gewicht van uw hond in de gaten en zijn algehele conditie. Pas de hoeveelheid en inhoud van de voeding aan - en ook hoe vaak u hem eten geeft. Dit is belangrijk om zijn gewicht en conditie optimaal te houden.

Voer alleen hoogwaardige eiwitten en beperk de laagwaardige eiwitten zoals die van brokken en blikvoer tot een minimum. Voert u liever eieren, kwark, kaas, vers schapenvlees, rund, konijn, vis en - het belangrijkste van allemaal - rauwe botten met vlees!

Geef oliën en vetten met een hoog percentage essentiële vetzuren. Dit betekent varkensvet en kippenvet, plantaardige olie van zonnebloem, saffloer, maïs, soja, lijnzaad, sesam, druivenpit, olijf, kokos en vis olie.

Geef vitamine E bij vettige maaltijden - en selenium en methionine. Uw dierenarts of drogist kan ze leveren in de vorm van tabletten en capsules. Selenium wordt ook geleverd door het voeren van biergist of eieren, en eieren bevatten ook methionine.

Geef elke week een kleine portie orgaanvlees, bijvoorbeeld lever en nieren.

Zorg voor een gebalanceerde dosering vitamines en antioxidante vitamines.

Richtlijnen voor de voeding van de oudere hond - niet doen

Vermijd over het algemeen gekookte en anderszins bewerkte voeding.

Vermijd voedingsmiddelen met veel zout, fosfor en kalk en geef geen zoute hondenkoekjes.

Laat uw hond niet dik worden - overvoer hem niet. Te veel eten betekent dat hij te dik wordt. Dikke honden leven korter dan honden met een normaal gewicht. Dit heeft te maken met de vrije radicalenproductie door vet en een tekort aan antioxidanten in de voeding.

Geef geen ontbijtgranen of andere zetmeelrijke voedingsmiddelen.

Voer geen combinaties van zetmeelrijke voedingsmiddelen zoals aardappelen, granen, pasta enz. met eiwitrijke voedingsmiddelen zoals vlees, eieren, kaas, vis.

Ongeveer 50 procent van de voeding bestaat uit rauwe botten met vlees met veel verse, groene bladgroente en 10-15 procent orgaanvlees. U geeft alleen kleine beetjes zetmeelhoudende voedingsmiddelen.

Hoe ouder uw hond, hoe meer verse, groene bladgroente.

Bij een ouder dier is het van vitaal belang dat er hoogwaardige eiwitten gevoerd worden, zoals hiervoor beschreven.

U mag eiwitten en oliehoudende voedingsmiddelen toevoegen aan de gepureerde groente en vergeet niet de kleine beetjes orgaanvlees en de dagelijkse vitaminen.

Bron: Dr. Ian Billinghurst