Het balanceren van de kalk en fosfor verhouding

De meeste mensen die rauw voeren aan hun honden kennen het probleem van de kalk/fosfor balans wel. Een verraderlijk probleem wanneer je niet beschikt over een chemisch laboratorium, en nog verraderlijker als je weet dat veel beschikbare voedselbronnen helemaal ontdaan zijn van hun fundamentele voedingsstoffen. Nog erger: dit gemis varieert per gebied en per industriële normen voor de boeren die het voedsel produceren.

Het probleem met chemische analyses

Het is geen oplossing om je toevlucht te nemen tot droogvoer met de juiste balans.

Een chemische analyse van het kalkgehalte en het fosforgehalte van een voer hoeft nog niet de volle waarheid te vertellen over de balans tussen deze twee voedingsstoffen. Wat opgemeten kan worden met een standaard analyse en wat van belang is voor het lichaamsmetabolisme is niet hetzelfde… Wat chemisch geanalyseerd wordt is de totale concentratie van de chemische elementen, ongeacht waar ze in voorkomen.

Is natuurlijke, rauwe voeding jouw kalk- en fosforbron, dan is de kans groot dat je beide elementen aanvoert in chemische verbindingen die verteerbaar zijn en die benut kunnen worden door het metabolisme. Als je kunstmatige grondstoffen gebruikt als supplement, kan het wel zijn dat een chemische analyse aangeeft dat de concentratie "correct" is - maar in werkelijkheid geeft het niet aan in hoeverre de voedingsstoffen bruikbaar zijn.

Voorbeeld: kalksteen bevat behoorlijke concentraties kalk, en zal bij een chemische analyse een hoog kalkgehalte geven. Maar kalksteen is praktisch onverteerbaar en alle kalk zal net zo naar buiten komen met de ontlasting als het naar binnen gegaan is

Rauwe botten als kalkbron

Nu er alleen nog maar natuurlijke bronnen van kalk en fosfor overblijven, gaan we eens kijken naar botten als de bron van deze twee voedingsstoffen. De balans in de botten is precies wat een hond nodig heeft. Wanneer we daar voldoende van voeren, is het probleem van de balans opgelost.

Maar hoe zit het dan met alle andere zaken in de voeding die niet in balans zijn? Moeten we die compenseren? Het antwoord is dat het niet uitmaakt - zolang je maar voldoende botten voert.

Waarom dat zo is: stel dat de correcte verhouding tussen kalk en fosfor 1:1 is - 50% van elk. Laten we verder stellen dat een hond per dag 100 milligram (0.1 gram) van elk nodig heeft, en dat er in botten 10% van elk zit. Dit leidt dan tot de conclusie dat we een totaal van 1.000 milligram (1 gram) botten per dag moeten voeren om aan de behoefte te voldoen, er van uitgaande dat alle kalk en fosfor in de botten verteerbaar is.

Maar er kan te weinig kalk zitten in de maaltijd die we geven. Stel dat er niet meer dan de helft in zit (50 milligram in plaats van 100 milligram), maar dat het in orde is wat betreft het fosforgehalte. Dan zitten we fout met de balans - de 1:1 verhouding is slechts 0.5:1 - en dat is kritiek.

Maar dan voeren we nu 10 gram rauwe botten extra. Dit geeft ons een aanvulling van 1.000 milligram kalk en 1.000 milligram fosfor in totaal. Voeg hier aan toe wat we voeren middels de andere bronnen. De algehele balans is nu niet langer 0.5:1 maar (1050/1100) = 0.95:1. We zitten er nog steeds 5% naast.

Maar 5% variatie kan er altijd zijn in de natuur, dat maakt dus niet zoveel uit… (De meeste standaard chemische analyses geven ook geen precies resultaat: +/- 5% is behoorlijk nauwkeurig voor een analyse…)

Als je echter 100 gram botten voert, zie je dat de verhouding naar 0.995:1 gaat - minder dan 5% verschil.

Het is een goede zaak dat honden het heel goed doen op veel rauwe botten. (Een wolf in de natuur laat maar heel weinig achter van een prooi, meestal alleen de hoeven en de schedel.)

En nog beter: je hoeft niets te weten over de tekorten van kalk of fosfor in de voeding die je geeft. Je hoeft zelfs niet te weten welke van de twee ontbreekt of onvoldoende is. Je hoeft alleen maar veel rauwe botten aan je hond te geven om te zorgen dat de onbalans die er is totaal onbelangrijk wordt.

Hoeveel is "veel"? Een natuurlijk prooidier zou een goede richtlijn kunnen verschaffen - ongeveer 7-10% van zijn totale gewicht bestaat uit botten, dus alles boven 10% van de totale voeding zou "veel" zijn. Je zou niet meer moeten geven dan ongeveer 25% - omdat je ook nog ruimte moet houden voor andere voedingsstoffen.

Honden houden van botten - je zult een geliefde roedelleider zijn!

Mogens Eliasen, 5 juni 2003 - vertaling: Ignit Bekken