Aanwezigheid en preventie van salmonella

Veel critici denken dat honden die rauwe voeding eten een salmonellabron zijn, van waaruit overdracht plaats vindt op mensen.

Daarom is het belangrijk om dit aspect goed te bestuderen en te onderzoeken.

Uit informatie van de BC CDC uit 2001 blijkt dat 80 procent van de positieve resultaten van salmonella afkomstig was van menselijke bronnen.(3)

De resterende 20 procent werd geïsoleerd uit niet-menselijke bronnen zoals besmet voedsel, slangen, honden en/of katten.

Hierdoor wordt het aantal gevallen waarbij honden betrokken zijn, veel kleiner.

Statistieken van de CDC laten zien dat het totale aantal salmonella isolaties van huisdieren en bronnen in de omgeving (klinisch en niet-klinisch) in 2001 ongeveer 7,9 procent bedroeg.(5)

Het is belangrijk om te weten dat ook omgevingsbronnen en andere huisdieren zoals katten in dit cijfer verwerkt zijn. Het percentage honden is slechts een fractie - er is veel ruimte voor besmettingen via andere bronnen.

Nadat Baxter en Leck onderzoeken verricht hadden naar canine zoönoses en hun gevaar voor mensen, stelden zij dat de overdracht van honden op mensen betrekkelijk weinig voorkwam.(2)

Verder stelden zij dat in rapporten uit de UK blijkt dat honden goed zijn voor ongeveer 1 procent van de salmonella isolaties en ze speculeren dat dit percentage ook geldt voor het besmetten van mensen (2), hoewel er geen verdere gegevens over vermeld worden.

Pelzer stelt dat salmonella wel geïsoleerd is uit honden, maar dat het moeilijk is om aan te geven wat het besmettingsgevaar is voor mensen.

Het is namelijk lastig om de besmettelijke dosis te definiëren omdat meestal geen melding gemaakt wordt van het aantal gevonden isolaties bij dieren.(17)

Als in een gezin hetzelfde type geïsoleerd wordt bij mensen en dieren "rijst de vraag wie van beiden de veroorzaker is of dat beiden het slachtoffer geworden zijn van iets anders".(11)

Een studie van Galton et al vond geen noemenswaardig bewijs om te kunnen concluderen dat salmonella besmettingen bij honden de bron waren van besmettingen bij de mens.(8)

Het rapport stelt verder dat de infecties in hun studie gedeeltelijk "afkomstig waren van normale bronnen, verspreid van dier naar mens of mogelijkerwijze omgekeerd".(8)

Makel et al suggereerde dat het besmetten ook afhankelijk is van salmonellabronnen in de omgeving waar mens en dier leven.(14)

Honden zouden wel beschouwd kunnen worden als een mogelijke infectiebron (1, 16) maar het moet nog bewezen worden dat zij de definitieve besmettingsbron of "een gevaar voor de volksgezondheid" zijn.(10)

Om dit verder toe te lichten werpen we een blik op een studie die gedaan is door Tarawa et al (4). Het onderzoek vond plaats bij waakhonden van schildwachten die salmonella in hun ontlasting uitscheden zonder dat bekend was waar de besmetting vandaan kwam.

De infectiebron bleef onbekend maar het rapport laat zien dat de begeleiders, die getest werden, niet besmet waren met salmonella hoewel 78 procent van de honden de bacterie overdroeg op hen.(4)

Zoals gesteld door Ettinger en Feldman: "De meeste gevallen van darmaandoeningen bij mensen door deze bacterie houden geen verband met huisdieren". (7)

De relatie met rauwe voeding

In de studies waarin honden onderzocht werden nadat salmonella aan hun voeding was toegevoegd, ontwikkelden deze honden geen klinische salmonellose.

Volgens Peltzer blijkt uit rapporten van de CDC in Engeland uit de periode 1973-1984 dat het aantal organismen in besmet vlees laag is (1/100g), een besmettingsgraad die voor de meeste mensen lager is dan de besmettingsdosis.(17)

Als je bedenkt dat honden een betere weerstand hebben tegen besmetting dan mensen, is een juiste verwerking en opslag van rauwe vleesproducten voldoende om het gevaar te minimaliseren.

In sommige studies werden bacteriën aangetroffen in de ontlasting van enkele honden nadat zij er aan blootgesteld waren, maar omdat 36 procent van alle gezonde honden salmonella bij zich draagt in het spijsverteringskanaal (7, 9, 18) zijn deze bevindingen niet iets om verbaasd over te zijn.

Een belangrijk onderwerp dat niet vergeten moet worden in de discussie over het gevaar van salmonella bij honden, los van de voeding, is hygiëne.(7, 13) Het is bewezen dat de bron van het pathogeen over het algemeen de ontlasting is.(15, 17, 18)

Het gevaar van overdracht kan daarom geminimaliseerd of tenietgedaan worden door hygiënische maatregelen te treffen.

Er zijn maatregelen nodig bij honden die rauwe voeding krijgen om te zorgen voor voldoende voedselveiligheid. Zoals het reinigen van voerbakken, werkplekken en gereedschap met warm zeepsop en beperkte opslag bij een temperatuur hoger dan 5°C (temperatuur in de koelkast) voor het voeden.