Botstukjes in de ontlasting

Soms zitten er stukjes bot in de ontlasting. Meestal is het geen reden tot bezorgdheid. Om zelf te kunnen beoordelen of er in uw geval wel iets aan de hand zou kunnen zijn, moet u iets weten over de vertering van botten.

Ik heb vanaf 1998 informatie over dit onderwerp verzameld van Dr. Ian Billinghurst en Mogens Eliasen en bij elkaar gevoegd. Enjoy.

Botten worden in de maag opgelost door het maagzuur en enzymen, die speciaal geproduceerd worden voor dit doel. Soms wordt niet alle botweefsel opgelost, maar de hoofdstructuur van de botmassa wel.

In de darmen wordt de rest alsnog afgebroken – als het lichaam de kalk nodig heeft.




Wat overblijft is een cementachtig poeder. In de ontlasting is het niet aan elkaar gebonden zoals de andere bestanddelen van de voeding.

Vaak is goed te zien wanneer de verteerde botten naar buiten gekomen zijn – als u veel botten gevoerd heeft. Er zit een kruimelig stukje bij, dat een andere kleur heeft – lichter.

Er zijn drie zaken, die een rol spelen bij de vertering in de maag:

1. De chemicaliën in de maag – ze kunnen hun werk niet goed doen en leveren slecht werk af, wanneer ze te veel verdund zijn.

Mogens Eliasen schreef in 2003, dat te veel water drinken na het eten – twee tot drie keer zo veel als het eten zelf – voor problemen kan zorgen bij de vertering van botten. Niet door het water zelf - dat is na een minut of twintig tot dertig doorgesijpeld naar de darmen.

Als de kliertjes in de maagwand die de enzymen produceren, niet in staat zijn om de met het water verdwenen enzymen op tijd te vervangen door nieuwe, kan dit wel zorgen voor problemen met de vertering van de botten die op dat moment nog in de maag zijn.

2. de duur van de inwerking van de chemicaliën - als het verteringsproces versneld wordt (bijvoorbeeld door een nieuwe en onbekende prikkel door voer waar de hond niet aan gewend is), is er minder tijd voor de chemicaliën om hun werk te kunnen doen.

3. De grootte van de stukken waar de chemicaliën op in moeten werken. De sappen werken alleen op de buitenkant in. Een groot stuk oplossen duurt langer dan een klein stuk.

De chemische inwerking is afhankelijk van de productie van zuur en enzymen in de maag.

De productie van deze stoffen is op haar beurt weer afhankelijk van een aantal zaken, zoals de samenstelling van het voer, de aanwezigheid van individuele prikkels en de behoefte van het lichaam aan de aangeboden voedingstoffen.

De grootte van de stukken die de hond inslikt, kunnen een rol spelen. Je ziet ook botten in de ontlasting wanneer de hond grotere stukken bot inslikt.

Dit is niet vreemd en ook geen probleem, als de maaltijd die de hond gegeten heeft voor twintig tot dertig procent uit botweefsel bestaat.

De botstukjes zijn niet scherp meer en mooi afgerond aan de oppervlakte.

U kunt het zelf controleren, als u een botstukje uit de ontlasting vist, goed afspoelt en nader bekijkt. Dan ziet u of de buitenkant min of meer "weggevreten" is of niet.

Als het botstukje nog intact is, ziet u waar de tanden het "gekraakt" hebben. Dan zijn er twee mogelijkheden: er is veel te veel bot gevoerd of er zijn problemen met de vertering.

Als de maag niet in staat is om de chemicaliën (enzymen) te produceren die het botweefsel aanvallen, zijn er vaak ook andere problemen met de gezondheid.